STATUTEN

Nederlandse Vereniging van Tuchtrechtadvocaten, Disciplina

per 19 juni 2015

Begripsomschrijvingen.

Artikel 1

In deze statuten wordt verstaan onder:

  1. algemene vergadering, het orgaan bedoeld in artikel 2:40 van het Burgerlijk Wetboek en in artikel 14 lid 1van deze statuten, te weten de algemene vergadering van de vereniging;
  2. bestuur, het orgaan bedoeld in artikel 2:44 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 9 lid 1en artikel 12 lid 1 van deze statuten, te weten het bestuur van de vereniging;
  3. jaarrekening, de balans en de staat van baten en lasten met de toelichting van de vereniging;
  4. langs elektronische weg, indien degene met wie wordt gecommuniceerd hiermee instemt, kunnen schriftelijke mededelingen aan respectievelijk van de vereniging geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door de vereniging respectievelijk degene met wie wordt gecommuniceerd voor dit doel aan degene met wie wordt gecommuniceerd respectievelijk de vereniging bekend is gemaakt;
  5. vereniging, de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid bedoeld in artikel 2 lid 1van deze statuten.

Naam en zetel.

Artikel 2

  1. De vereniging is genaamd: Nederlandse Vereniging van Tuchtrechtadvocaten, Disciplina.
  2. Als verkorte naam gebruikt de vereniging: Disciplina.
  3. De vereniging heeft haar zetel in de gemeente Utrecht.

Doel en middelen.

Artikel 3

  1. De vereniging heeft ten doel het bevorderen van de deskundige beroepsuitoefening door advocaten in Nederland op het gebied van tuchtrecht, het bewaken en bevorderen van de kwaliteit van het tuchtrecht en het behartigen van de belangen van haar leden, alsmede al hetgeen met het vorenstaande in de ruimste zin verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
  2. De vereniging tracht haar doel onder meer te bereiken door:
  3. het (doen) organiseren van opleidingen en studiebijeenkomsten;
  4. de onderlinge uitwisseling van informatie;
  5. het uiten van klachten en voeren van procedures over besluiten en maatregelen die de kwaliteit van het tuchtrecht kunnen beïnvloeden met betrekking tot individuele leden en/of groepen van leden; en
  6. het verrichten van alle overige activiteiten die met vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
  7. De vereniging kan in het kader van haar doelstelling ten behoeve van haar leden rechten bedingen en namens of in het belang van haar leden in rechte optreden.

Leden en lidmaatschap.

Artikel 4

  1. Slechts meerderjarige natuurlijke personen kunnen lid van de vereniging zijn. Het lidmaatschap is persoonlijk en mitsdien niet vatbaar voor overdracht of overgang.
  2. Leden van de vereniging kunnen slechts zijn:
  3. advocaten:
  4.     die op het moment van aanvraag van het lidmaatschap, gedurende ten minste vijf jaar onafgebroken als zodanig zijn ingeschreven overeenkomstig het bepaalde in de advocatenwet; en
  5. die in het bezit zijn van een stageverklaring; en
  6. die met goed gevolg de door de vereniging op enig moment voor hen verplicht gestelde opleiding(en) hebben voltooid overeenkomstig het bepaalde in het door het bestuur, met goedkeuring van de algemene vergadering, vastgestelde reglement; dan wel
  7. aan wie in een individueel geval ontheffing van een of meer van de hierboven omschreven vereisten voor het lidmaatschap is verleend door het bestuur, aan welke ontheffing nadere voorwaarden kunnen worden gesteld;
  8. deskundigen op juridisch gebied:
  9. die als zodanig de naar het oordeel van het bestuur benodigde ervaring en kwaliteiten hebben;
  10. die met goed gevolg de door de vereniging op enig moment voor hen verplicht gestelde opleiding(en) hebben voltooid overeenkomstig het bepaalde in het door het bestuur, met goedkeuring van de algemene vergadering, vastgestelde reglement; dan wel
  11. aan wie in een individueel geval ontheffing van een of meer van de hierboven omschreven vereisten voor het lidmaatschap is verleend door het bestuur, aan welke ontheffing nadere voorwaarden kunnen worden gesteld.
  12. Het bestuur is, met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd, in het belang van de kwaliteit, nadere eisen te stellen voor het behoud van het lidmaatschap.
  13. De leden zijn gehouden zich te onderwerpen aan de door het bestuur, met goedkeuring van de algemene vergadering, te bepalen gedragscodes, beroepscodes en andere vereisten, welke op enig moment door het bestuur, met goedkeuring van de algemene vergadering, in een reglement zijn of worden vastgelegd.

Het bestuur, al dan niet op verzoek van de algemene vergadering, is bevoegd de naleving van deze gedragscodes, beroepscodes en andere vereisten door de leden te (doen) toetsen. De leden zijn gehouden daaraan hun medewerking te verlenen.

  1. Daarnaast zijn de leden die advocaat zijn, onderworpen aan vereisten die volgen uit de wet- en regelgeving die op advocaten van toepassing is en zijn de leden die deskundige zijn, onderworpen aan vereisten die volgen uit de wet- en regelgeving die op de desbetreffende deskundigen van toepassing is.
  2. Een lid is verplicht onverwijld schriftelijk of langs elektronische weg aan het bestuur melding te doen van het feit dat hij niet meer voldoet aan de voor hem geldende vereisten voor het lidmaatschap gesteld in dit artikel, waaronder begrepen dat melding moet worden gedaan van een in het kader van het voor het lid geldende tuchtrecht uitgesproken schorsing in de uitoefening van de praktijk of (voor advocaten) schrapping van het tableau.
  3. Het bestuur houdt een ledenregister bij waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen. Ieder lid is verplicht zijn adres, alsmede wijzigingen daarin onverwijld aan de vereniging op te geven. Met het oog op een snelle en eenvoudige bereikbaarheid van de leden, is het wenselijk als eveneens opgave wordt gedaan van andere communicatiemiddelen, zoals e-mailadres, telefoonnummer en telefaxnummer.

Toetreding en toelating van leden.

Artikel 5

  1. De aanvraag tot het lidmaatschap van de vereniging geschiedt schriftelijk of langs elektronische weg bij het bestuur.
  2. De aanvrager zal ten genoegen van het bestuur aannemelijk moeten maken dat hij voldoet aan de vereisten voor het lidmaatschap van de vereniging.

Het bestuur kan de aanvraag afwijzen indien redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap toe te kennen.

  1. Het bestuur beslist over de toelating van een lid binnen drie maanden na de aanvraag en deelt zijn beslissing schriftelijk of langs elektronische weg mede aan de aanvrager.

De toelatingsprocedure kan nader in een door het bestuur, met goedkeuring van de algemene vergadering, vast te stellen reglement worden uitgewerkt, in welk reglement nadere vereisten aan de toelating tot het lidmaatschap van de vereniging kunnen worden gesteld.

  1. Bij een afwijzende beslissing van het bestuur op een aanvraag tot toelating tot het lidmaatschap van de vereniging, waaronder de weigering van een ontheffing mede is begrepen, is beroep op de algemene vergadering mogelijk, mits een dergelijk beroep schriftelijk of langs elektronische weg wordt ingesteld binnen zes weken na de dag van verzending van de kennisgeving van het besluit tot afwijzing. Alsdan kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.
  2. Een voor het lidmaatschap afgewezen kandidaat kan zijn aanvraag in het lopende kalenderjaar niet herhalen, tenzij in de afwijzing anders staat aangegeven.

Einde lidmaatschap.

Artikel 6

  1. Het lidmaatschap eindigt:
  2. door overlijden van het lid;
  3. door opzegging door het lid;
  4. door opzegging door de vereniging;
  5. door ontzetting.
  6. De opzegging door het lid dient schriftelijk of langs elektronische weg plaats te vinden uiterlijk vier weken voor het einde van het kalenderjaar.

Wanneer voortduring van het lidmaatschap redelijkerwijze niet van het lid kan worden gevergd, kan de opzegging op ieder tijdstip geschieden met onmiddellijke ingang. Voorts kan het lid het lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat hem een besluit is meegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm, tot fusie of tot splitsing. De bevoegdheid tot opzegging met onmiddellijke ingang door het lid bestaat niet in geval van wijziging van geldelijke rechten en verplichtingen.

  1. De opzegging door de vereniging dient schriftelijk of langs elektronische weg plaats te vinden uiterlijk vier weken voor het einde van het kalenderjaar. De vereniging kan het lidmaatschap opzeggen wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.

Wanneer voortduring van het lidmaatschap redelijkerwijze niet van de vereniging kan worden gevergd, kan de opzegging op ieder tijdstip geschieden met onmiddellijke ingang, waarvan in ieder geval sprake is wanneer:

  1. het lid zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt;
  2. het lid niet meer voldoet aan de vereisten, voor het lidmaatschap gesteld;
  3. het lid handelt in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van (organen van) de vereniging;
  4. het lid de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.

Opzegging door de vereniging geschiedt door het bestuur. Het betrokken lid wordt ten spoedigste schriftelijk van het besluit, met opgave van redenen, in kennis gesteld.

  1. Een opzegging in strijd met het bepaalde in de vorige leden doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
  2. Ontzetting kan alleen door het bestuur worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van (organen van) de vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.

Het lid wordt ten spoedigste schriftelijk van het besluit, met opgave van redenen, in kennis gesteld.

  1. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit tot ontzetting door het bestuur staat de betrokkene binnen zes weken na de dag van ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep op de algemene vergadering open.

Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.

Jaarlijkse bijdragen en andere verplichtingen.

Artikel 7

  1. De leden zijn gehouden tot betalen van een jaarlijkse bijdrage, waarvan de hoogte zal worden vastgesteld door de algemene vergadering. Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld, die een verschillende bijdrage betalen.
  2. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van een bijdrage te verlenen.
  3. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een kalenderjaar eindigt, blijft desalniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.
  4. De leden zijn gehouden zich te onderwerpen aan de bepalingen van de statuten, het huishoudelijk reglement, alsmede de andere reglementen van de vereniging en aan de rechtsgeldige besluiten van de organen van de vereniging en alle opgaven te doen, welke voor naleving van die bepalingen en besluiten vereist worden.
  5. De leden zijn gehouden de verplichtingen, die de vereniging uit naam van haar leden aangaat of die uit het lidmaatschap voortvloeien, te aanvaarden en na te leven.
  6. Voor het overige kunnen door de vereniging slechts verplichtingen aan de leden worden opgelegd na voorafgaande toestemming van de algemene vergadering.
  7. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd verbintenissen aan het lidmaatschap te verbinden.

Donateurs.

Artikel 8

  1. Donateurs zijn als zodanig door het bestuur toegelaten natuurlijke personen, rechtspersonen of personenvennootschappen, die zich bereid hebben verklaard de vereniging financieel te steunen met een door het bestuur vast te stellen minimum jaarlijkse bijdrage.
  2. Donateurs hebben geen toegang tot de algemene vergaderingen. Donateurs hebben geen andere rechten en verplichtingen dan die welke hun bij of krachtens deze statuten zijn toegekend en opgelegd.
  3. Het donateurschap eindigt:
  4. voor wat betreft een donateur-natuurlijk persoon, door diens overlijden,

voor wat betreft een donateur-rechtspersoon, door diens ophouden te bestaan

en voor wat betreft een donateur-personenvennootschap, door diens ontbinding;

  1. door opzegging door de donateur;
  2. door opzegging door de vereniging.
  3. De opzegging door de donateur dient schriftelijk of langs elektronische weg plaats te vinden uiterlijk vier weken voor het einde van het boekjaar.
  4. De opzegging door de vereniging dient schriftelijk of langs elektronische weg plaats te vinden uiterlijk vier weken voor het einde van het boekjaar.

Opzegging door de vereniging geschiedt door het bestuur. De betrokken donateur wordt ten spoedigste schriftelijk van het besluit, met opgave van redenen, in kennis gesteld.

  1. Een opzegging in strijd met het bepaalde in de vorige leden doet het donateurschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
  2. Wanneer het donateurschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft desalniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.

Bestuurssamenstelling en benoeming.

Artikel 9

1.    Het bestuur bestaat uit een door de algemene vergadering vast te stellen aantal van ten minste drie en ten hoogste vijf meerderjarige natuurlijke personen.

  1. De bestuurders worden benoemd door de algemene vergadering. De benoeming geschiedt uit de leden. In ontstane vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
  2. De benoeming van bestuurders geschiedt uit een of meer bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in lid 6. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als tien of meer leden.
  3. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering medegedeeld. Een voordracht door tien of meer leden moet uiterlijk vijf dagen vóór de aanvang van de vergadering schriftelijk of langs elektronische weg bij het bestuur worden ingediend, tezamen met een schriftelijke of elektronische verklaring van de kandidaat dat hij een benoeming zal aanvaarden. Een dergelijke bindende voordracht wordt op de algemene vergadering meegedeeld.
  4. Aan elke voordracht kan het bindende karakter worden ontnomen door een met een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene vergadering, in een vergadering waarin ten minste een zodanig aantal leden als is gerechtigd tot het uitbrengen van ten minste twee derden gedeelte van het aantal stemmen dat in een voltallige algemene vergadering kan worden uitgebracht, aanwezig of vertegenwoordigd is.
  5. Is geen voordracht opgemaakt of besluit de algemene vergadering overeenkomstig het voorgaande lid aan de opgemaakte voordracht het bindende karakter te ontnemen, dan is de algemene vergadering vrij in de keus.
  6. Indien er meer dan een bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.

Einde bestuurslidmaatschap, periodiek aftreden, schorsing.

Artikel 10

1.    Elke bestuurder kan, ook al is hij voor een bepaalde tijd benoemd, te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.Gedurende de periode waarin een bestuurder is geschorst, kan deze bestuurder zijn functie niet uitoefenen.

  1. Een besluit tot schorsing of ontslag van een bestuurder kan door de algemene vergadering slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen en mits de desbetreffende bestuurder in de gelegenheid is gesteld zich tegenover de algemene vergadering te verweren.
  2. Bestuurders worden benoemd voor een periode van ten hoogste drie jaar.
  3. Het bestuur stelt een rooster van aftreden vast dat voorziet in periodiek aftreden van bestuurders en is bevoegd dit rooster te wijzigen. Vaststelling of wijziging van het rooster van aftreden kan niet tot gevolg hebben dat een zittend bestuurder tegen zijn wil defungeert voordat de periode waarvoor hij is benoemd, is verstreken. Een aftredend bestuurder is, al dan niet aansluitend, onbeperkt herbenoembaar, telkens voor een periode van ten hoogste drie jaar. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster van aftreden de plaats van zijn voorganger in.

Hetgeen in deze statuten over de benoeming van bestuurders is bepaald, is van overeenkomstige toepassing op de herbenoeming van bestuurders.

  1. Een bestuurder defungeert:
  2. door zijn overlijden;
  3. door zijn vrijwillig aftreden;
  4. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd of door zijn aftreden volgens het in lid 4 bedoelde rooster van aftreden;
  5. doordat hij failliet wordt verklaard, surseance van betaling aanvraagt of verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling als bedoeld in de Faillissementswet;
  6. door zijn ondercuratelestelling, alsmede door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over een of meer van zijn goederen wordt ingesteld;
  7. door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging;
  8. door zijn ontslag aan hem verleend door de algemene vergadering.

Bestuursfuncties en besluitvorming van het bestuur.

Artikel 11

  1. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan. De functies van secretaris en penningmeester kunnen in één persoon worden verenigd.
  2. Bestuursvergaderingen worden gehouden zo dikwijls de voorzitter of ten minste één van de overige bestuurders een bestuursvergadering bijeenroept, doch ten minste één maal per jaar.
  3. De bijeenroeping van een bestuursvergadering geschiedt door de voorzitter of ten minste één van de overige bestuurders, dan wel namens deze, en wel schriftelijk of langs elektronische weg, onder opgaaf van de te behandelen onderwerpen, alsmede datum, uur en plaats van de vergadering, op een termijn van ten minste zeven dagen, de dag van oproeping en die van de vergadering daaronder niet begrepen.
  4. Bestuursvergaderingen worden gehouden ter plaatse te bepalen door degene die de vergadering bijeenroept.
  5. Toegang tot de vergaderingen hebben de bestuurders, alsmede zij die door de ter vergadering aanwezige bestuurders worden toegelaten.
  6. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen omtrent alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door deze statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van bestuursvergaderingen niet in acht genomen.
  7. Een bestuurder kan zich door een schriftelijk door hem daartoe gevolmachtigd medebestuurder ter vergadering doen vertegenwoordigen. Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd. Een bestuurder kan ten hoogste één medebestuurder ter vergadering vertegenwoordigen.
  8. Iedere bestuurder is gerechtigd tot het uitbrengen van één stem.

Het bestuur kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien ten minste de meerderheid van het aantal in functie zijnde bestuurders ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is.

Alle besluiten waaromtrent bij de wet of deze statuten niet anders is bepaald, worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

Ongeldige en blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. Staken de stemmen bij verkiezing van personen dan beslist het lot; staken de stemmen bij een andere stemming, dan is het voorstel verworpen.

  1. Alle stemmingen geschieden mondeling. Echter kan de voorzitter bepalen dat de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Indien het betreft een verkiezing van personen kan ook een aanwezige stemgerechtigde verlangen dat de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Schriftelijke stemming geschiedt door middel van ongetekende stembriefjes.
  2. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter. Bij diens afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding. Tot dat ogenblik wordt het voorzitterschap waargenomen door de in leeftijd oudste ter vergadering aanwezige bestuurder.
  3. Het ter vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
  4. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van een in het vorige lid bedoeld oordeel de juistheid ervan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  5. Van het verhandelde in de vergadering worden door een daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon notulen opgemaakt, welke in dezelfde of de eerstvolgende vergadering worden vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de notulist ondertekend.
  6. Hetbestuur kan op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits alle in functie zijnde bestuurders in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en zij zich allen schriftelijk of langs elektronische weg vóór het voorstel hebben verklaard.
  7. Onverminderd het bepaalde in de vorige leden kan, indien het bestuur hiertoe besluit, een bestuurder ook door middel van een elektronisch communicatiemiddel aan de bestuursvergaderingen deelnemen, daarin het woord voeren en zijn stem uitbrengen. Daartoe is vereist dat de bestuurder via het elektronisch communicatiemiddel i) kan worden geïdentificeerd, ii) rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering, iii) kan deelnemen aan de beraadslaging en iv) zijn stemrecht kan uitoefenen. Nadere regels omtrent het deelnemen aan en het stemmen in bestuursvergaderingen door middel van een elektronisch communicatiemiddel kunnen door het bestuur in een reglement worden vastgesteld.

Bestuurstaak en vertegenwoordiging.

Artikel 12

  1. Behoudens beperkingen volgens deze statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging.
  2. Indien om welke reden dan ook een of meer vacatures in het bestuur bestaan, vormen de overblijvende bestuurders, of vormt de enig overblijvende bestuurder, een volledig bevoegd bestuur. Het bestuur is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen, waarin de voorziening in de open plaats of open plaatsen aan de orde komt.
  3. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt en tot vertegenwoordiging van de vereniging ter zake van deze handelingen.

Op het ontbreken van vorenbedoelde goedkeuring van de algemene vergadering kan tegen derden beroep worden gedaan.

  1. Onverminderd het in de laatste volzin van het vorige lid bepaalde, wordt de vereniging vertegenwoordigd door:
  2. hetzij het bestuur;
  3. hetzij twee gezamenlijk handelende bestuurders.
  4. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan een of meer bestuurders, alsook aan derden, om de vereniging binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
  5. Het bestuur is bevoegd om onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies dan wel om zich door commissies te doen adviseren. De leden van een dergelijke commissie worden benoemd door het bestuur, dat eveneens de taken en bevoegdheden van deze commissie vastlegt. Van het instellen van dergelijke commissies en van het benoemen van leden van dergelijke commissies doet het bestuur mededeling aan de leden.
  6. In alle gevallen waarin de vereniging een tegenstrijdig belang heeft met een of meer bestuurders kan de algemene vergadering een of meer personen aanwijzen om de vereniging te vertegenwoordigen.

Boekjaar, jaarverslag, jaarrekening, rekening en verantwoording.

Artikel 13

  1. Het boekjaar van de vereniging is gelijk aan het kalenderjaar.
  2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging en van alles betreffende de werkzaamheden van de vereniging, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend.
  3. Het bestuur brengt op de jaarlijkse algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, een jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de jaarrekening ter goedkeuring aan de algemene vergadering over, waarbij gevoegd, indien aan een accountant als bedoeld in het volgende lid opdracht tot onderzoek van de jaarrekening is verleend, een verklaring omtrent de getrouwheid daarvan afkomstig van deze accountant. De jaarrekening wordt ondertekend door alle bestuurders; ontbreekt een handtekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt. Na verloop van de termijn kan ieder lid van de gezamenlijke bestuurders in rechte vorderen dat zij deze verplichtingen nakomen.
  4. De vereniging kan opdracht tot onderzoek van de jaarrekening verlenen aan een accountant bedoeld in artikel 2:393 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Tot het verlenen van de opdracht aan de accountant is de algemene vergadering bevoegd. Gaat deze daartoe niet over, dan is het bestuur bevoegd.

De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur, en geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening. Indien aan een accountant opdracht tot onderzoek van de jaarrekening is verleend, is het bestuur verplicht hem ten behoeve van zijn onderzoek alle door hem gevraagde inlichtingen te verschaffen, hem desgewenst de kas en de waarden te tonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging voor raadpleging beschikbaar te stellen.

  1. Indien geen opdracht aan een accountant als bedoeld in het vorige lid tot onderzoek van de jaarrekening is verleend, benoemt de algemene vergadering jaarlijks uit de leden een commissie van ten minste twee personen, die geen deel van het bestuur mogen uitmaken. De commissie onderzoekt de jaarrekening en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit. Het bestuur is verplicht de commissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging voor raadpleging beschikbaar te stellen. Vereist het onderzoek bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie zich door een deskundige doen bijstaan.
  2. De last van de in het vorige lid bedoelde commissie kan te allen tijde door de algemene vergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere commissie.
  3. Goedkeuring van de jaarrekening door de algemene vergadering strekt niet tot kwijting van de bestuurders voor het gevoerde beleid over het afgelopen boekjaar.

Nadat het voorstel tot goedkeuring van de jaarrekening aan de orde is geweest, zal aan de algemene vergadering het voorstel worden gedaan om kwijting te verlenen aan de bestuurders voor het door hen gevoerde beleid over het afgelopen boekjaar, voor zover van dat beleid uit de jaarrekening blijkt of over dat beleid in de algemene vergadering mededelingen zijn gedaan.

  1. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren, onverminderd het hierna in lid 9 bepaalde.
  2. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave der gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.

Algemene vergadering.

Artikel 14

1.    Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.

2.    Jaarlijks, uiterlijk binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, wordt een algemene vergadering – de jaarvergadering – gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:

a.     het jaarverslag en de jaarrekening bedoeld in artikel 13, met het verslag van de aldaar bedoelde accountant dan wel commissie;

b.    voorziening in eventuele vacatures;

c.     voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.

3.    Andere algemene vergaderingen worden gehouden, zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt, of wanneer het daartoe volgens de wet of de statuten verplicht is.

4.    Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van ten minste een tiende gedeelte van het aantal stemmen dat in een voltallige algemene vergadering kan worden uitgebracht, verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig het bepaalde in artikel 18 of bij advertentie in ten minste één ter plaatse waar de vereniging is gevestigd, veelgelezen dagblad, met inachtneming van de in artikel 18 bedoelde oproepingstermijn. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuurders belasten met de leiding van de algemene vergadering en het opstellen van de notulen.

Aan de eis van schriftelijkheid van het verzoek wordt voldaan indien het verzoek elektronisch is vastgelegd.

Toegang en stemrecht.

Artikel 15

1.    Toegang tot de algemene vergadering hebben alle leden. Geen toegang hebben geschorste leden, behoudens het bepaalde in artikel 6 lid 6.

2.    Over toelating van andere dan de in lid 1 bedoelde personen beslist het bestuur.

3.    Ieder lid, dat niet geschorst is, is bevoegd tot het uitbrengen van één stem.

4.    Een lid kan door een ander daartoe schriftelijk gevolmachtigd lid ter vergadering zijn stem doen uitbrengen. Een lid kan als gevolmachtigde slechts voor één ander lid ter vergadering zijn stem uitbrengen. Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd.

  1. Onverminderd het bepaalde in de vorige leden kan, indien het bestuur hiertoe besluit, een lid ook door middel van een elektronisch communicatiemiddel aan de algemene vergaderingen deelnemen, daarin het woord voeren en zijn stem uitbrengen. Daartoe is vereist dat het lid via het elektronisch communicatiemiddel i) kan worden geïdentificeerd, ii) rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering, iii) kan deelnemen aan de beraadslaging en iv) zijn stemrecht kan uitoefenen. Nadere regels omtrent het deelnemen aan en het stemmen in algemene vergaderingen door middel van een elektronisch communicatiemiddel kunnen door het bestuur, mits met goedkeuring van de algemene vergadering, in een reglement worden vastgesteld.

Voorzitterschap en notulen van de algemene vergadering.

Artikel 16

  1. De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur. Ontbreekt de voorzitter, dan treedt een van de andere bestuurders, door de aanwezige bestuurders aan te wijzen, als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de algemene vergadering daarin zelf. Tot dat ogenblik wordt het voorzitterschap waargenomen door het in leeftijd oudste ter vergadering aanwezige lid.
  2. Van het verhandelde in elke algemene vergadering worden notulen opgemaakt. Deze notulen worden in de eerstvolgende algemene vergadering vastgesteld, en ten blijke daarvan ondertekend door de voorzitter van de vergadering en door degene die de notulen heeft opgesteld. Zij die de algemene vergadering bijeenroepen kunnen een notarieel proces-verbaal van het verhandelde doen opmaken. De inhoud van de notulen of van het proces-verbaal wordt ter kennis van de leden gebracht.

Besluitvorming van de algemene vergadering.

Artikel 17

  1. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
  2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van een in het vorige lid bedoeld oordeel de juistheid ervan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de algemene vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  3. Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
  4. Ongeldige en blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
  5. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming, of in geval van een bindende voordracht, een tweede stemming tussen de voorgedragen kandidaten, plaats. Heeft alsdan weer niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats, totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft gekregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij deze herstemmingen, waaronder niet is begrepen de tweede stemming, wordt telkens gestemd tussen de personen, op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon, op wie bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. Is bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan één persoon uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt op wie van die personen bij de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht. In geval bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen. Ingeval van loting bepaalt de voorzitter van de vergadering de wijze van loting.
  6. Indien de stemmen staken over een voorstel niet betreffende een verkiezing van personen, dan is het verworpen.
  7. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming wenselijk acht of een of meer van de stemgerechtigden zulks vóór de stemming verlangen. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.
  8. Een eenstemmig besluit van alle stemgerechtigde leden, ook al zijn deze niet in een algemene vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
  9. Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen, dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding, ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van algemene vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.

Bijeenroeping algemene vergadering.

Artikel 18

  1. De algemene vergaderingen worden, onverminderd het bepaalde in artikel 14 lid 4, bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt door toezending van een schriftelijke aankondiging aan de adressen van alle leden volgens het ledenregister. De oproeping kan tevens geschieden langs elektronische weg. De termijn voor de oproeping bedraagt ten minste zeven dagen, de dag van oproeping en die van de vergadering daaronder niet begrepen.
  2. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in de artikelen 19 en 20.

Statutenwijziging.

Artikel 19

1.    In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.

2.    Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzake leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.

3.    Een besluit tot statutenwijziging behoeft een meerderheid van ten minste drie vierden van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste een zodanig aantal leden als is gerechtigd tot het uitbrengen van ten minste twee derde gedeelte van het aantal stemmen dat in een voltallige algemene vergadering kan worden uitgebracht, aanwezig of vertegenwoordigd is. Is dit vereiste gedeelte van de leden niet aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt na die algemene vergadering een tweede algemene vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan veertien dagen en niet later dan zes weken na de eerste vergadering, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige algemene vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden, kan worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste drie vierden van de uitgebrachte stemmen.

  1. Een statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van die akte is iedere bestuurder zelfstandig bevoegd.

Ontbinding en vereffening.

Artikel 20

1.    De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van het voorgaande artikel is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot ontbinding.

  1. Indien de vereniging wordt ontbonden door een besluit van de algemene vergadering, wordt haar vermogen vereffend door de bestuurders, indien en voor zover de algemene vergadering niet anders bepaalt.
  2. Hetgeen na voldoening van de schuldeisers van het vermogen van de ontbonden vereniging is overgebleven, vervalt aan degenen die ten tijde van het besluit tot ontbinding lid van de vereniging waren. Ieder van hen ontvangt een gelijk deel. Bij het besluit tot ontbinding kan echter de algemene vergadering ook een andere bestemming geven aan hetgeen na voldoening van de schuldeisers van het vermogen van de ontbonden vereniging is overgebleven.
  3. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van het vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten en reglementen van de vereniging voor zover mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moet aan haar naam worden toegevoegd ‘in liquidatie’.
  4. De boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden vereniging worden, nadat de vereniging heeft opgehouden te bestaan, bewaard gedurende de door de wet daarvoor bepaalde termijn door de door de vereffenaars daartoe aangewezen persoon.
  5. De vereffening geschiedt met inachtneming van het daaromtrent in titel 1 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde.

Huishoudelijk reglement en andere reglementen.

Artikel 21

  1. Behoudens het elders bij of krachtens deze statuten bepaalde, worden alle reglementen van de vereniging, waaronder begrepen het huishoudelijk reglement, door het bestuur, met goedkeuring van de algemene vergadering, vastgesteld en kunnen zij door het bestuur, met goedkeuring van de algemene vergadering, worden gewijzigd of geschrapt.
  2. In het huishoudelijk reglement en de andere reglementen van de vereniging worden die onderwerpen geregeld die in deze statuten niet of niet volledig zijn geregeld. Het huishoudelijk reglement en de andere reglementen van de vereniging mogen niet in strijd zijn met de wet, ook waar deze geen dwingend recht bevat, en deze statuten.

Slotbepalingen.

Artikel 22

In alle gevallen, waarin noch de wet, noch deze statuten, noch de reglementen van de vereniging voorzien, beslist het bestuur.

Artikel 23

Het eerste boekjaar van de vereniging eindigt op eenendertig december tweeduizend zestien.